Iedereen krijgt er wel eens mee te maken, soms direct na aankoop, soms pas na jaren: een product dat je hebt gekocht gaat kapot. Het werkt ineens niet meer zoals het zou moeten werken. Wat doe je dan? Besluit je het weg te gooien en te vervangen? Doe je een beroep op de leverancier ervan of probeer je het zelf te (laten) repareren?
Het moet wel deugen
Wanneer je een product nieuw koopt, mag je er uiteraard vanuit gaan dat het naar behoren werkt. Is dat niet het geval, en blijkt het direct na aankoop al kapot te zijn, dan kun je het retourneren en een beroep doen op de garantie. Een leverancier moet je vervolgens je geld teruggeven of een nieuw product aanbieden. Ook wanneer je product niet direct bij aankoop, maar wel binnen de garantietermijn gebreken gaat vertonen is het aan de leverancier om deze op te lossen, tenzij deze aantoonbaar je eigen schuld zijn.
Wist je dat je vaak ook na de garantietermijn nog een beroep kunt doen op je garantie? Dat is namelijk je wettelijk recht op een deugdelijk product. Er is namelijk van veel producten, zeker het wat duurdere soort, bepaald hoelang je als consument mag verwachten dat deze blijven werken. Gaat jouw product net buiten de garantie stuk, maar nog wel op een moment waarop je dat niet zou moeten verwachten, dan kun je vaak alsnog een beroep doen op de producent. In dit geval moet je wel kunnen aantonen dat het product kapot is gegaan buiten jouw schuld.
Hoe repareer je het?
Veel consumenten willen als een product stuk gaat niet direct gedwongen worden het product maar weg te gooien, of alleen bij de producent aan te kunnen kloppen voor reparatie. De roep van consumenten op ‘recht op reparatie’ van producten wordt steeds groter. Zij willen de mogelijkheid hebben om dit zelf te doen of er een andere expert voor in te schakelen. Het Europees Parlement steunt dit idee en heeft voor ontwikkeling van wetgeving gestemd. Dit betekent dat je binnenkort naast een gebruiksaanwijzing ook reparatie instructies aan zult treffen in de verpakking van een product.
Door de technische documentatie vrij te geven, krijgen consumenten de mogelijkheid om producten die hun eigendom zijn ook te kunnen (laten) repareren wanneer deze stuk gaan. Belangrijk, want doordat we steeds meer zijn aangemoedigd om een kapot product te vervangen, of gewend zijn geraakt dat het bijna onmogelijk is om producten te openen, laat staan te repareren, belanden steeds meer producten veel te snel in de prullenbak. Lieten we vroeger elektrische apparaten gewoon repareren als zij stuk gingen, is dit tegenwoordig een stuk minder populair. Daardoor gebruiken we veel meer grondstoffen dan we eigenlijk nodig hebben, wat behoorlijk zonde is. Door van het repareren een recht te maken, en producten uit te rusten met een reparatie instructie, kan dit voor een groot deel worden teruggedrongen.