De recente wijzigingen in de arbeidsomstandighedenwet (kortweg de arbowet genaamd) zijn nogal fors. Niet in de zin dat ze nieuw zijn (want als zodanig zijn ze dat niet), maar wel dat er aanscherpingen in hebben plaatsgevonden. Nieuw is echter wel het recht op een second opinion van de werknemer bij een andere bedrijfsarts. En ook de verplichting van de werkgever om de werknemer op die mogelijkheid te wijzen. Maar hoe zit dat nu? Was dat niet eerder mogelijk?
Second opinion
Om met die laatste vraag te beginnen. Nee, dat was niet mogelijk. Met deze verandering is een ogenschijnlijk onrecht recht getrokken. Immers, in het reguliere contact met eigen arts of specialist kan men ook om een second opinion vragen en wordt deze ook toegekend. De arbowet is dus met deze verandering gaan meebewegen in een algehele maatschappelijke stroom van toegenomen mondigheid van de burger. En wat meer is: de werkgever betaalt voor de second opinion. Goed nieuws dus. Maar is het daarmee ook makkelijker geworden? Daar beginnen de vraagtekens op te borrelen.
Hoe verder? Stappen
Als een werknemer een second opinion wil aanvragen, moet dat bij een andere bedrijfsarts gaan plaatsvinden. Dat kan een bedrijfsarts van een totaal ander bedrijf zijn. Als de medewerker deze stap wil maken, moet hij dat richting zijn werkgever en de huidige bedrijfsarts gemotiveerd aangeven. In deze motivatie moet de werknemer ook aangeven waarom hij of zij het oordeel van de eerste bedrijfsarts in twijfel trekt. Daar is op zich helemaal niets mis mee. De vraag is echter wel of de eerste bedrijfsarts de werkgever kan en mag adviseren om niet op het verzoek van de medewerker in te gaan. De eerste bedrijfsarts mag dat namelijk, en wel op zogenaamde “zwaarwegende gronden”. De lacune in de huidige nieuwe wetgeving is dat het begrip “zwaarwegende gronden” niet nader hoeft te worden gemotiveerd. Criteria ontbreken dus. En hier liggen kansen voor de rechters. Zij kunnen in hun vonnissen de werkgever en de bedrijfsarts dwingen “zwaarwegende gronden” nader te motiveren. Of zo’n overweging dan stand houdt, is nog maar te betwijfelen.
Is er dan veel verbeterd? Ja en nee. Ja, omdat de second opinion niet als recht voor de werknemer bestond. Verbetering ook omdat de werkgever de werknemer op deze mogelijkheid moet wijzen. Maar er kan ook een lange weg te gaan zijn. Rechters krijgen een rol voor de invulling van “zwaarwegende gronden”. Dat kan een drempel zijn. En of de werknemer die laatste stap wil maken…….
Wilt u op de hoogte blijven van het laatste nieuws omtrent Medezeggenschap of een OR training volgen? Neem dan contact op met MerlijnGroep.nl.
Her Grimbergen
Trainer, coach en adviseur Merlijn Groep