Van alle werkenden in de leeftijd van 15 tot 75 jaar lopen zzp’ers het grootste risico op armoede. Van hen maakten 9,4 procent in 2016 deel uit van een huishouden met een inkomen onder de lageinkomensgrens. De groep zzp-ers is overigens zeer divers. Vooral de in deeltijd werkende zzp’ers liepen risico op armoede. Van de zelfstandigen met personeel (zmp) had 5,2 procent een laag inkomen, bij werknemers was dat 1,7 procent. In totaal liep bijna 3 procent van de krap 7,3 miljoen werkenden tussen de 15 en 75 jaar risico op armoede. Dit meldt het CBS in het rapport Armoede en sociale uitsluiting 2018.
Vanaf het piekjaar 2013, toen 3,5 procent van de werkenden met een laag inkomen werd geconfronteerd, daalde het aandeel werkenden met een armoederisico elk jaar. Wel zwakte de daling van 2015 op 2016 af: van 2,9 procent naar 2,8 procent. Bij werknemers en zmp’ers (zelfstandigen met personeel) zette de daling verder door, maar bij zzp’ers (zelfstandigen zonder personeel) liep het percentage iets op: van 9,2 in 2015 naar 9,4 in 2016.