Eind mei oordeelde het Gerechtshof Den Haag dat iemand met slechts één opdrachtgever ook een zzp’er kan zijn. Toch blijkt dat dat niet automatisch het geval is. De belastinginspecteur zal dan ook steeds concreet moeten nagaan hoe de samenwerking tussen de opdrachtgever en de zzp’er verloopt, zo blijkt ook uit de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag. Waar moet je dan op letten als je als zzp’er voor één opdrachtgever gaat werken?
Beoordeling in concreto
In de hierboven aangehaalde zaak oordeelde de rechter dat de zzp’er recht had op de ondernemersaftrek en de mkb-vrijstelling, terwijl het daar eigenlijk minimaal drie opdrachtgevers verplicht. In de praktijk impliceert dat dat men ook rekening zal moeten houden met de concrete kenmerken van de branche waarin men werkt. Voor de man die werkt in de paprikateelt, bleek het helemaal niet ongewoon te zijn dat een zzp’er voor 90% afhankelijk is van één opdrachtgever. Bij pakweg een loodgieter is dat natuurlijk al een stuk eigenaardiger.
Uiteraard is dat niet de enige bepalende factor. Zo ging de rechter in hoger beroep na of de man “voldoende zelfstandig werkte” om als zzp’er te worden aangemerkt. De rechter ging met andere woorden de verhoudingen na tussen de zzp’er en de opdrachtgever. Onder andere de mate waarin de zzp’er opdrachten kan aannemen of afwijzen, het ontbreken van gezag, het zelf beslissen over de manier van werken of het eigenhandig beslissen over de vakantieperiodes spelen een prominente rol in die beoordeling. Iedere zzp’er die voor één opdrachtgever werkt, zorgt er dan ook maar beter voor dat hij zich als een zelfstandige gedraagt en hiervan de nodige bewijsstukken kan voorleggen. Een goede freelance-overeenkomst blijkt belangrijk te zijn.
Overeenkomst van opdracht verplicht
Omdat de zzp’er in bovenstaand geval sowieso langdurig voor eenzelfde opdrachtgever werkt, moet de zzp’er verplicht een overeenkomst van opdracht opstellen. Hierin staat duidelijk dat je niet in dienst treedt voor de opdrachtgever. De overeenkomst van opdracht geeft duidelijk aan dat je zonder dienstverband werkzaamheden verricht voor de opdrachtgever in kwestie.
Om problemen met de belastinginspecteur te voorkomen, is het hier heel belangrijk om niet zelf aan het knippen en plakken te gaan. De modelovereenkomsten van de Belastingdienst zijn bovendien niet aangepast om discussies omtrent het zelfstandig statuut te voorkomen.
Aandachtspunten bij het opstellen van een overeenkomst van opdracht
De overeenkomst van opdracht zal weloverwogen de zelfstandige verhoudingen tussen opdrachtgever en -nemer moeten benadrukken. Er zijn dan ook een aantal manieren om de graad van zelfstandigheid te benadrukken. Zo kunnen jullie bijvoorbeeld opnemen dat er sprake is van vrije vervanging door de opdrachtnemer of dat de opdrachtnemer zelf mag bepalen wanneer en waar het werk wordt uitgevoerd. Sommige bepalingen zoals regelingen bij vakantie en ziekte neem je daarentegen niet op: indien je als ondernemer betaling ontvangt bij ziekte is er immers geen sprake meer van zelfstandigheid. Over iedere bepaling kan de belastinginspecteur struikelen, dus je bent maar beter voorzichtig.
Geen eenvoudige materie, dat is intussen wel duidelijk. Om problemen met de belastinginspecteur te voorkomen, laat je de verplichte overeenkomst van opdracht dan ook maar beter opstellen door een juridisch specialist. Op die manier kan je op beide oren slapen. Dat laatste ook wanneer de inspecteur op bezoek komt.