Van de 873 duizend zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) met een hoofdinkomen uit ondernemerschap betaalde in 2015 bijna 20 procent premie voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering (aov) en ruim 10 procent premie voor een lijfrente. Dit is weliswaar lager dan in 2014, maar de afname van beide inkomensverzekeringen is kleiner dan in eerdere jaren. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.
Ook bij zelfstandigen met personeel (zmp’ers) daalde het aandeel met een private inkomensverzekering tijdens de crisisjaren. Het aandeel zmp’ers met een arbeidsongeschiktheidsverzekering stabiliseerde in 2015 en bij de private pensioenverzekering is net als bij zzp’ers de daling afgevlakt. Anders dan werknemers zijn zelfstandigen niet verplicht inkomensverzekeringen af te sluiten. Zij zijn zelf verantwoordelijk voor hun pensioenopbouw en verzekering tegen arbeidsongeschiktheid.
Zelfstandigen met personeel vaker verzekerd dan zzp’ers
Zelfstandigen met personeel verzekeren zich vaker tegen arbeidsongeschiktheid dan zzp’ers (33,5 tegen 19,7 procent). Ook hebben meer zmp’ers een private pensioenverzekering of lijfrente dan zzp’ers (17,2 procent tegen 10,4 procent).Verzekerde zzp’ers droegen in doorsnee 7,0 procent van hun bruto-ondernemersinkomen af aan aov-premie en zmp’ers 7,3 procent. Bij de premies lijfrente gaat het om respectievelijk 4,1 en 3,6 procent. Het doorsnee-inkomen van zmp’ers is met 42,8 duizend euro bijna twee keer zo groot als dat van zzp’ers (23,1 duizend euro).
Jongere en oudere zzp’ers minst vaak verzekerd
Jongere en oudere zzp’ers zijn het minst vaak verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid. Wel gaat het om kleine groepen: in 2015 was 3 procent van de zzp’ers jonger dan 25 jaar en 4 procent 65 jaar of ouder. Ruim de helft van de zzp’ers was 45 tot 65 jaar (52 procent) en 41 procent was tussen de 25 en 45 jaar. Van deze leeftijdsgroepen had iets meer dan een vijfde een arbeidsongeschiktheidsverzekering.